STUDIEKOSTENOVEREENKOMST
Deze studiekostenovereenkomst wordt ondertekend door twee partijen:
De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd te Den Haag, namens deze [naam minister of anders invullen][1], [optioneel] meer in het bijzonder door [naam organisatieonderdeel], namens deze vertegenwoordigd door [naam], [functie], hierna te noemen: ‘werkgever’;
en:
<naam werknemer> geboren op <datum>, wonende te <plaats/adres>, hierna te noemen: ‘werknemer’.
Voor deze studiekostenovereenkomst gelden de volgende overwegingen:
- voor werkgever en werknemer de wettelijke bepalingen gelden over scholing en de kosten daarvan
- voor werkgever en werknemer geldt de CAO Rijk, voor de toepassing van deze studieovereenkomst in het bijzonder de paragraaf over studiefaciliteiten
- werkgever en werknemer een terugbetalingsverplichting willen afspreken voor de studie waarvoor deze studiekostenovereenkomst wordt afgesloten.
De werkgever en de werknemer verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 De studie
1.1 Werknemer zal van <datum> tot en met <datum> de [naam cursus/opleiding/studie] volgen aan de <naam en plaats opleidingsinstituut>, hierna te noemen: de studie.
1.2 Werknemer volgt de studie <op verzoek van zijn leidinggevende/als onderdeel van loopbaanafspraken/om een andere reden, namelijk [reden invullen]>.
1.3 De te volgen studie geen noodzakelijke scholing is waarvan wettelijk is voorgeschreven dat deze door werkgever kosteloos moet worden aangeboden.
Artikel 2 Studiekosten
2.1 Vanwege de in artikel 1 genoemde reden voor de te volgen studie krijgt werknemer de studiekosten, waarvan de kosten volgens opgave van het opleidingsinstituut [bedrag invullen] bedragen, voor [percentage dat van toepassing is invullen] vergoed
2.2 Werkgever vergoedt de studiekosten op declaratiebasis aan werknemer.
[Of]
2.2 Werkgever voldoet de studiekosten zo veel mogelijk rechtstreeks aan <naam opleidingsinstituut>. Eventuele studiekosten die door werkgever niet rechtstreeks aan <naam opleidingsinstituut> worden voldaan, kan werknemer bij werkgever declareren.
Artikel 3 Terugbetalingsverplichting
3.1 Werknemer kan worden verplicht de in artikel 2 genoemde studiekosten geheel of gedeeltelijk aan werkgever terug te betalen indien werknemer:
- door eigen schuld onvoldoende resultaat behaalt,
- door eigen schuld de studie tussentijds afbreekt,
- tijdens het volgen van de studie het dienstverband beëindigt
- het dienstverband beëindigt binnen drie jaar na afronding van de studie.
3.2 Werknemer kan niet worden verplicht de in artikel 2 genoemde studiekosten geheel of gedeeltelijk aan werkgever terug te betalen bij beëindiging van het dienstverband als de werknemer:
- VWNW-kandidaat is of deel uitmaakt van een doelgroep die is aangewezen voor de voorbereidende fase van het VWNW-beleid
- met pensioen gaat
- binnen een maand na het einde van het dienstverband weer in dienst treedt bij een organisatie binnen de sector Rijk
- aansluitend aan het einde van het dienstverband recht heeft op een uitkering voor werkloosheid of arbeidsongeschiktheid of
- niet zelf het dienstverband beëindigt, maar wel als de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden op grond van ernstig verwijtbaar handelen of als werknemer is ontslagen om een dringende reden.
3.3 In geval van terugbetalingsverplichting bij beëindiging van het dienstverband binnen drie jaar na afronding van de studie geldt de volgende afbouwregeling [1].
Werknemer dient bij beëindiging van het dienstverband binnen:
- 6 maanden na afronding van de studie 6/6
- 12 maanden na afronding van de studie 5/6
- 18 maanden na afronding van de studie 4/6
- 24 maanden na afronding van de studie 3/6
- 30 maanden na afronding van de studie 2/6
- 36 maanden na afronding van de studie 1/6
deel van de studiekosten terug te betalen aan werkgever.
3.4 Werkgever heeft werknemer er uitdrukkelijk op gewezen dat werknemer de studiekosten geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien zich één van de in onderdeel 2 van dit artikel genoemde situaties zich voordoet. Werknemer bevestigt dit via ondertekening van deze overeenkomst en erkent daarmee de financiële consequenties.
[1] Van deze afbouwregeling mag ten gunste van de werknemer worden afgeweken.
Artikel 4 Verrekening met transitievergoeding
Werkgever en werknemer komen overeen dat als terugbetaling van de in artikel 2 genoemde studiekosten bij beëindiging van het dienstverband aan de orde is en die niet of niet geheel kunnen worden verrekend via de eindafrekening bij het einde van het dienstverband, het resterende bedrag aan terug te betalen studiekosten in mindering wordt gebracht op de transitievergoeding indien en voor zover deze wordt toegekend. Hierbij geldt als voorwaarde dat de studiekosten zijn gemaakt binnen vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop de transitievergoeding is verschuldigd.
Artikel 5 Vervanging bij nietigheid
Indien deze overeenkomst nietige bepalingen bevat, leidt dit niet tot nietigheid van de overige bepalingen in deze overeenkomst. De nietige bepaling zal worden vervangen door een rechtsgeldige bepaling die zo veel mogelijk overeenkomt met de bedoelingen van werkgever en werknemer bij de nietige bepaling.
Artikel 6 Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt.
[Naam werknemer] Staat der Nederlanden, namens deze
[minister of andere functionaris/(voorzitter van)college] van [naam ministerie of andere organisatie][1], vertegenwoordigd door [naam], [functie]
Datum: Datum:
Plaats: Plaats:
