Bijlage 02: Overzicht cao-bepalingen met ruimere werkingssfeer

Sommige onderdelen van de cao gelden ook voor andere groepen dan voor werknemers in de zin van deze cao. Dit betreft de volgende vier groepen en bijbehorende bepalingen:

  1. Voormalige werknemers
    • § 2.6: Aanvulling op WW-uitkering
    • § 2.8: RVU (Regeling voor Vervroegde uittreding)
    • H. 5: Aanvulling Wazo-loondoorbetaling als einde dienstverband is gelegen voor of in de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof
    • § 8.3: Maandinkomen bij arbeidsongeschiktheid na afloop dienstverband (inclusief gerelateerde paragrafen over niet nakomen verplichtingen en extra inkomsten)
    • § 8.7: Vergoeding schade en zorgkosten bij beroepsincident, dienstongeval of beroepsziekte en andere bijzondere situaties
    • § 10.5: Reiskosten na einde dienstverband (vanwege verzuimbegeleiding of re-integratie)
    • § 13.2: Voorzieningen bij melden vermoeden van een misstand
    • H. 14: VWNW-beleid: mogelijkheid en voorzieningen bij terugkeer na outsourcing; salarissuppletie en ondersteuning na verlies functie buiten de sector Rijk
    • § 11.7: Vergoeding voor juridische ondersteuning
    • H. 23: Uitkering substantieel bezwarende functie
  2. Uitzendkrachten
    • § 11.7: Vergoeding voor juridische ondersteuning
    • § 13.2: Voorzieningen bij melden vermoeden van een misstand
    • Inlenersbeloning: In de CAO voor Uitzendkrachten 2021-2023 staat in artikel 16 dat de uitzendkracht recht heeft op de inlenersbeloning, tenzij artikel 33 van die cao wordt toegepast (afwijkende beloning voor uitzendkrachten met een afstand tot de arbeidsmarkt of die geen startkwalificatie hebben). De inlenersbeloning bestaat uit de onderstaande elementen die elk ten minste gelijk zijn aan de beloning van de werknemer werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de opdrachtgever, waar de uitzendkracht onder leiding en toezicht van die opdrachtgever zijn werkzaamheden verricht. De inlener is verplicht zich ervan te verzekeren en zegt toe dat de uitzendkracht van het uitzendbureau de inlenersbeloning ontvangt conform het bepaalde in deze cao. Als de inlener niet aan deze verplichtingen voldoet, is deze ten aanzien van de ingeleende uitzendkracht aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade als ware de uitzendkracht bij de werkgever zelf in dienst. 

In onderstaande tabel zijn de elementen van de inlenersbeloning opgesomd met daarachter de relevante bepalingen van de CAO Rijk.

Elementen inlenersbeloning en bepalingen CAO Rijk
Elementen inlenersbeloning Relevante bepalingen CAO Rijk
a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal •    § 1.6 Enkele algemene uitgangspunten (Aanspraken naar rato volledige arbeidsduur)
•    § 6.1 Uw salarisschaal
•    § 6.3 De salarisschalen en maandbedragen
•    Bijlage 1: Definitie uurloon (1/156e deel van het maandbedrag)
b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan - dit ter keuze van de uitzendonderneming - gecompenseerd worden in tijd en/of geld •    § 3.1 Arbeidsduur
•    § 3.2 Werktijden (compensatie-uren; invulling afhankelijk van afspraken tussen inlener en uitzendbureau)
c. alle toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekend- en feestdaguren, verschoven uren, ploegendienst, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk •    § 7.1 Toelage onregelmatige dienst
•    § 7.3 Aanvullende vaste toelage onregelmatige dienst
•    § 7.5 Toelage werktijdverschuiving
•    § 7.6 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst
•    § 7.7 Toelage bezwarende omstandigheden
•    § 7.10 Overwerkvergoeding
d. initiële loonsverhoging vanaf hetzelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de opdrachtgever (inclusief loonsverhogingen met terugwerkende kracht) Zie Akkoord over CAO Rijk (1 april 2022 tot en met 30 juni 2024) en het voorwoord van de CAO Rijk 2022-2024
e. kostenvergoedingen (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen) •    § 10.1 Woon-werkverkeer
•    Indien de in de cao-bepaling beschreven kosten worden gemaakt gelden de kostenvergoedingen voor dienstreizen (§ 10.2 en § 10.3) en de overige vergoedingen (Hoofdstuk 11), voor zover uitbetaling vrij van loonheffing en premies is.
f. periodieken (hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald) § 6.2 Periodieke salarisverhogingen
g. vergoeding van reisuren en/of reistijd verbonden aan het werk (tenzij de reisuren of reistijd reeds als gewerkte uren worden aangemerkt) Dit is van toepassing indien in het personeelsreglement van een rijksonderdeel is opgenomen dat sprake is van een vergoeding van reisuren en/of reistijd.
h. eenmalige uitkeringen, ongeacht het doel of de reden van de uitkering. Met eenmalige uitkeringen worden geen periodiek repeterende uitkeringen bedoeld § 6.5 Eenmalige cao-uitkeringen 2022 en 2023
i. thuiswerkvergoedingen, waarbij het deel van de vergoeding dat niet bij wet gericht is vrijgesteld bruto wordt uitgekeerd § 11.2 Thuiswerkvergoeding en voorzieningen thuiswerkplek en verduurzaming woning: het onderdeel  thuiswerkvergoeding
j. met ingang van 1 januari 2023: vaste eindejaarsuitkeringen (hoogte, tijdstip en voorwaarden zoals bij de opdrachtgever bepaald). § 9.1 Individueel Keuzebudget: het deel van het IKB dat de voormalige eindejaarsuitkering van 8,3% betreft. Moment van uitbetaling is afhankelijk van de wijze waarop het uitzendbureau dit heeft geregeld.

Deze tabel is vastgesteld in oktober 2022. Als de CAO voor Uitzendkrachten tijdens de looptijd van de CAO Rijk wijzigt, dan zal de wijze waarop daarmee wordt omgegaan worden opgenomen in de uitleg van cao-partijen.

  1. Personen werkzaam in een andere hoedanigheid dan als werknemer of uitzendkracht
    • § 13.2: Voorzieningen bij melden vermoeden van een misstand
  2. Sollicitanten
    • § 12.8: Solliciteren bij de sector Rijk