25.7 Substantieel bezwarende functies

Overgangsrecht SB-functies

SB-functies worden periodiek beoordeeld op het criterium substantieel bezwarend. Als bij die beoordeling is geconstateerd dat uw SB-functie niet meer substantieel bezwarend is, geldt mogelijk voor u het overgangsrecht substantieel bezwarende functies. De volgende situaties zijn mogelijk:

Voorwaarden per soort overgangsrecht SB-functies
A. De aanmerking substantieel bezwarend is vervallen na 31 maart 2015 B. De aanmerking substantieel bezwarend is vervallen voor 1 april 2015 C. De FLO-functie is niet aangemerkt als substantieel bezwarend

U werkte 5 jaar of langer aaneengesloten in een SB-functie toen de aanmerking verviel, en

U was op die dag maximaal 5 jaar verwijderd van de dag waarop uw ABP-pensioen op zijn vroegst in kan gaan, en

U werkte 5 jaar of langer aaneengesloten in een SB-functie toen de aanmerking verviel, en

U was op 1 april 2015 maximaal 5 jaar verwijderd van de dag waarop uw ABP-pensioen op zijn vroegst in kan gaan, en

U werkte op 1 januari 2000 5 jaar of langer aaneengesloten in een FLO-functie die niet werd aangemerkt als substantieel bezwarend, en

U was op 1 april 2015 maximaal 5 jaar verwijderd van de dag waarop uw ABP-pensioen op zijn vroegst in kan gaan, en

U bent zonder onderbreking werkzaam gebleven in die functie

U bent zonder onderbreking werkzaam gebleven in die functie U bent zonder onderbreking werkzaam gebleven in die functie

U werkte 20 jaar of langer aaneengesloten in een SB-functie toen de aanmerking verviel, en

U bent zonder onderbreking werkzaam gebleven in die functie

U werkte op 1 januari 2000 20 jaar of langer aaneengesloten in een FLO-functie die niet werd aangemerkt als substantieel bezwarend, en

U bent zonder onderbreking werkzaam gebleven in die functie

In bijlage 17 van de cao staan per categorie de functies vermeld die onder het overgangsrecht SB-functies vallen.

U heeft recht op overgangsrecht SB-functies als u behoort tot een van de doelgroepen in bovenstaande tabel en als u voldoet aan de voorwaarden voor een reguliere SBF-uitkering. In dat geval heeft u recht op een uitkering overgangsrecht als u ontslag neemt. U kunt uw werkgever ook vragen om arbeidsduurvermindering in uw functie. De voorwaarden voor arbeidsduurvermindering zijn gelijk aan die voor een reguliere SBF-uitkering.

Duur van het overgangsrecht SB-functies

De duur van uw uitkering overgangsrecht wordt berekend door het aantal jaren dat u aaneengesloten heeft doorgebracht in een SB-functie en/of FLO-functie te vermenigvuldigen met een maand. De duur van de uitkering bedraagt afhankelijk van uw geboortejaar niet meer dan de duur in de tabel die geldt voor een reguliere SBF-uitkering.

De overige bepalingen omtrent uw uitkeringsduur bij ontslag of arbeidsduurvermindering en uw rechten en plichten zijn gelijk aan die voor een reguliere SBF-uitkering.

Compensatiemaatregel SBF-uitkering voor vertraagde verhoging AOW-leeftijd

Als u met SBF-ontslag bent gegaan en geboren bent in de periode van 1 september 1953 tot en met 31 januari 1956 geldt voor u mogelijk een compensatiemaatregel. Dit is het geval als u:

  • met SBF-ontslag bent gegaan voor 1 januari 2020 en geboren in de periode van 1 september 1953 tot en met 30 april 1954. Uw SBF-uitkering eindigt dan na afloop van uw uitkeringsduur, maar niet later dan bij het bereiken van de leeftijd van 66 jaar en 8 maanden.
  • met SBF-ontslag bent gegaan voor 1 januari 2020 en geboren in de periode van 1 mei 1954 tot en met 31 december 1954. Uw SBF-uitkering eindigt dan na afloop van uw uitkeringsduur, maar niet later dan bij het bereiken van de leeftijd van 67 jaar.
  • SBF-ontslag heeft aangevraagd voor 1 januari 2020 en met SBF-ontslag bent gegaan voor 1 april 2020 en bent geboren in de periode van 1 januari 1955 tot en met 31 januari 1956. Uw SBF-uitkering eindigt dan na afloop van uw uitkeringsduur, maar niet later dan bij het bereiken van de leeftijd van 67 jaar en 3 maanden.

In de maanden waarin uw SBF-uitkering doorloopt na het bereiken van uw AOW-leeftijd wordt uw uitkering verminderd met een bedrag ter grootte van de AOW-uitkering voor gehuwden.

De compensatiemaatregel geldt ook als u:

  • gebruik heeft gemaakt van het SBF-overgangsrecht;
  • voor een gedeelte van uw arbeidsduur met SBF-ontslag bent gegaan of in plaats van SBF-ontslag uw arbeidsduur heeft verminderd.

Overgangsbepaling samenloop SBF-uitkering en opname IKB-spaarverlof

Als u voor 1 januari 2024 gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om in plaats van SBF-ontslag te kiezen voor vermindering van uw arbeidsduur in uw SB-functie met toekenning van een gedeeltelijke SBF-uitkering, geldt voor u dat opgenomen IKB-spaarverlof wel meetelt om vast te stellen of u in een jaar minimaal 50% van uw oorspronkelijke arbeidsduur werkt.